Wetenschap & Techniek

Migratie nam in sprongen toe

foto: NPO Radio 1foto: NPO Radio 1
  1. Nieuwschevron right
  2. Migratie nam in sprongen toe

[NTR] Het tempo van migratie in het verre verleden kan nu gemeten worden. Wat blijkt? Toen mensen hun nomadische levensstijl opgaven, kwam de migratie pas goed op gang.

Migratie in Europa neemt toe, en dat is niet iets van de afgelopen jaren. Sinds het einde van de laatste IJstijd, ruim tienduizend jaar geleden, zijn mensen ten westen van de Oeral steeds mobieler geworden. Die toename ging niet gestaag, maar in sprongen: grote technologische innovaties op het gebied van landbouw, metaalbewerking en transport gingen gepaard met migratiepieken.

Dat schrijven wetenschappers aan het University College London in het tijdschrift PNAS. Zij brachten dertigduizend jaar migratie in Europa in kaart met behulp van een methode die het tempo van migratie afmeet aan de verspreiding van genetische kenmerken. Die dertigduizend jaar omvatten onder meer het staartje van de laatste IJstijd (tot zo’n 11.000 jaar geleden) en de uitvinding van de landbouw (rond 10.000 jaar geleden).

Landbouw, handel en oorlogen

De introductie van landbouwtechnieken leidde er uiteindelijk toe dat veel nomadische jager-verzamelaars overstapten op een boerenbestaan en zich op één plek vestigden. Maar een van de verrassende uitkomsten van het onderzoek is dat met de komst van de landbouw het tempo van de migratie eerst juist toenam. Dat kan komen doordat landbouwers zich verspreidden over Europa voordat ze settelden. Of misschien was het een gevolg van bevolkingsgroei.

Nog een piek in migratie vond plaats aan het begin van de Bronstijd, zo’n 3000 jaar voor Christus. Rond die tijd ontstonden de eerste beschavingen en grote handelsroutes, en begon men bovendien paarden te gebruiken voor vervoer - allemaal mogelijke oorzaken van een grotere mobiliteit. Weer ruim tweeduizend jaar daarna piekte de migratie opnieuw, in de late IJzertijd. In die tijd namen zowel handel als oorlogen toe, wat de derde golf kan verklaren.

Al met al illustreren de resultaten hoezeer migratie en technologische innovatie verweven zijn, aldus de onderzoekers.

De genetica van ons verleden

Migratie is een nagenoeg constante factor in de geschiedenis van de mensheid. Historische migraties hebben sporen achtergelaten: in de grond, maar ook in de huidige mondiale menselijke genenpool. De eerste mensen die noordelijk Azië introkken en zich daar vestigden gaven hun genetische eigenaardigheden namelijk aan de generaties na hen, tot en met de huidige bewoners van die regio. Net zoals kenmerken van de eerste mensen die juist de afslag naar het zuiden namen nog steeds terug te vinden zijn in het DNA van de bevolking van Australië.

De genetische verschillen tussen die twee groepen zijn miniem; bevolkingsgroepen komen genetisch gezien grotendeels overeen. Niet alleen omdat we dezelfde Afrikaanse voorouders hebben, maar ook vanwege die andere constante factor in de menselijke geschiedenis, die we maar netjes genetische vermenging zullen noemen.

Het tempo precies gemeten

De Londense wetenschappers ontwikkelden een nieuwe methode, waarmee voor het eerst heel precies het tempo van historische migratie gemeten worden. Het is een statistische methode waarmee genetische verschillen tussen prehistorische menselijke resten geanalyseerd kunnen worden, samen met de afstand tussen de vindplaatsen en de ouderdom van de resten.

Maar volgens de onderzoekers kan deze methode ook losgelaten worden op lichamelijke verschillen tussen vondsten, zoals variaties in schedelvorm. En zelfs op culturele verschillen, zoals bijvoorbeeld verschillend gevormde vuistbijlen, om zo de verspreiding van technologie en cultuur in kaart te brengen.

Dit artikel is verzorgd door de wetenschapsredactie van De Kennis van Nu (NTR).

NPO Radio 1 houdt je dagelijks op de hoogte over de laatste ontwikkelingen in de wetenschap

Maandag t/m vrijdag rond 16.20 uur in Nieuws en Co

Ster advertentie
Ster advertentie