Opinie & Commentaar
AVROTROS

Afscheid op een grijze vrijdagochtend

foto: ANPfoto: ANP
  1. Nieuwschevron right
  2. Afscheid op een grijze vrijdagochtend

Als tijdrijden de meest pure vorm van wielrennen is... En dat is het, dan verloor de Nederlandse wielrennerij deze week een goede renner. Stef Clement, kruikenzeiker, dus Tilburger, van 24 september 1982, leverde zijn fiets in en liet aankondigen dat hij, binnen de wielerwereld, iets 'geheel anders' zou gaan doen.

Het verbaasde mij niet dat hij aan de slag gaat op het gebied van voeding en promotie. Ik wens hem daar veel succes bij en denk dat hij dat vak (waar bij mijn weten geen naam voor bestaat) ook goed zal willen uitoefenen. Hij zal er in ieder geval zijn eigen wending aan gaan geven.

Het brengt me overigens wel, en zonder sarcasme, bij de hamvraag waarom renners die stoppen toch zo graag het hun vertrouwde milieu blijven bevolken; hoe ze de geur van massageolie, de smaak van doorkookte sperziebonen en de soms aanwezige sfeer van licht wantrouwen vermengd met list en behoorlijke bedrog, dus nog blijven beleven als dagelijkse kost.

Daar, van die beschreven stalgeur, zal het wielrennen zich vóór het jaar 2525 niet kunnen losmaken.

Een smalle één-kolom

Terug naar Clement, een man die op zijn best kantlijn-wielerprof in Nederland was en ook voor ploegen in Zwitserland en Frankrijk reed. Zoals gezegd: een meer dan gemiddeld goede tijdrijder, die links en rechts wat tijdritten won en kampioenslinten mee naar huis kreeg. Hij had nog weleens de pech dat het NK tijdrijden op een slome doordeweekse avond plaatsvond en Studio Sport een flinterdunne reportage van de nummers een, twee en drie uitzond; kort en zielloos. In de geschreven pers werd het een smalle één-kolom, waar het ook maar op de sportpagina paste.

Voor de volledigheid: hij stapte zesmaal op in de Tour, waar hij viermaal Parijs haalde. In de Vuelta was hij eveneens zesmaal aanwezig. Madrid zag hem ook vier keer arriveren en in de Giro begon hij eveneens zesmaal en haalde hij vijf keer de finish. Zijn rol in die rondes? Anderen helpen en op de van God gegeven dagen dat er alleen gereden mocht worden, dan klonk voor hem een orgelspel in de ochtend en kwam hij soms verrassend sterk naar voren. Dat waren zijn dagen; arriveren net achter de allerbesten.

Vervelende blessures na stuiterpartijen in de koers, vervroegden zijn wegstappen uit het peloton. Volgens het persbericht probeerde hij het nog wel, maar zag hij het onmogelijke in de staart van het profpeloton nog in te kunnen halen. In datzelfde persbericht stond ook de o zo typische marketingslogan: "Ik ben de ploeg dankbaar voor deze mogelijkheden, ik kijk ernaar uit die nieuwe weg in te slaan."

Als de televisie-analist Clement deze zin had moeten aanhoren, had hij iets van de walmende clichématigheid gezegd. Daar kon hij namelijk niet zo goed tegen, net zoals hij zich afzette tegen makkelijke aannames over soms heikele zaken.

Een lastig mannetje

In dat aspect vond ik hem op zijn best. Een lastig mannetje om aan een tafel tijdens de Tour te hebben, maar wel iemand die beter nagedacht had dan vele anderen. Hij had zijn mondje klaar, was leuk aanvallend, schoot soms hoog over met zijn soms iets te wilde gedachten, maar er zat wel iemand aan tafel die iets wezenlijks te melden had en kom daar eens om als het 98 procent van de Nederlandse topsporters en het boze blauwe oog betreft…

De treurnis van platgetreden paden haalde Clement in ieder geval niet of nauwelijks. Hij was origineel, fideel aan zijn sport en wist veel en zei niet altijd alles wat hij wist. Ook hij niet. Hij leefde via de strikte regels van het peloton en dat sierde hem toch ook.

Hij kon prettig obstinaat worden, had een opmerkelijke feitenkennis en nam maar zo niet aan wat er links en rechts van hem geponeerd werd. Hij kefte, maar met reden en hij zat klaar om te bijten als het moest. Wilde je weten hoe een tweespalt in het peloton was ontstaan, dan kon je het beste langs zijn loket gaan; hij had (heeft?) een neus voor verhoudingen en uitglijders, op welk vlak dan ook. Een leuke, oplettende, soms klierige, maar wel ter zake kundige verteller aan zomerse tafels dus.

Het lot van een knecht

Ik zocht verder in zijn lijst met palmares. Hij startte in zeventien klassiekers waarin hij tien keer afstapte. Opmerkelijk: in de Amstel Gold Race en Luik-Bastenaken-Luik haalde hij nooit de finish. In Lombardije gebeurde dat een maal op zes pogingen. Het lot van een knecht dus; iemand die moest dienen, vaak vroeg in de koers. Nou was deze knecht, dacht ik weleens, vaak te slim voor geestdodend labeur werk zoals het halen van jasjes, het dichtrijden van flinke gaten of het ronddelen van bidons.

Zonder hem een veer in de bips te steken: hij leek me tot meer in staat te zijn, maar kreeg daartoe te weinig de vrije teugel van zijn ploegleiders. Of kopmannen het in hem zagen zitten, weet ik eigenlijk niet. Ik weet wel dat een aantal van de profrenners met wie hij in het peloton reed, hem een vrij eigenwijze verschijning vonden.

En dat was hij ook. Zijn scherpe geest bracht hem in die positie, waar misschien ook weleens tact gevraagd werd. Ik vond hem, kort door de bocht, een meer dan nuttige renner die te weinig zijn eigen kans mocht gaan. Waarschijnlijk stond zijn eigen karakter een iets betere renner in de weg; eigenwijsheid heeft immers soms ook zijn grenzen.

Op het palmares

En om hem de eer te geven die ieder afscheidnemend sportmens hoort te krijgen: hij werd viermaal nationaal kampioen tijdrijden, plus een keer bij de beloften. Zijn palmares wordt ingekleurd met zeges op Mallorca, de 9e etappe van de Ronde van de Toekomst, de 4e etappe van de Ronde van Beieren, de 8e etappe van het Criterium du Dauphiné, de 5e etappe van de Ronde van Catalonië en in 2008 winnaar van de tijdritkoers Chrono des Herbiers.

Hij is, samen met zijn volkomen onbekende landgenoot Marko Jeletich, de enige die die koers voor ons vaderland won. Andere winnaars? Kiriyenka, Martin, Millar, Vinokourov, Bodrogi, Belohvosciks, Hontsjar, Boardman, Kasputis en Chavanel.

Juist, allemaal renners die een tikje speciaal waren. Die het alleen op een racefiets rijden tot kunst wisten te verheffen, die graag tegendraads waren en die zeker geen doorsnee wilden zijn. Stef Clement was zo’n prettig buitenbeentje. Een soort avontuurlijk aangelegde, Rivella-coureur; een tikkie eigenaardig, maar wel lekker.

Over Mart Smeets

Mart Smeets is radio- en televisiepresentator, journalist en sportcommentator. Iedere zaterdag beschouwt hij voor EenVandaag gebeurtenissen en verhalen uit de sportweek, en zaken die daar aan verwant zijn.

Ster advertentie
Ster advertentie