Cultuur & Media
VPRO

Paradiso: Van Gods-tempel naar poptempel

foto: ANP - Marcel Antonissefoto: ANP - Marcel Antonisse
  1. Nieuwschevron right
  2. Paradiso: Van Gods-tempel naar poptempel

Voordat de Amsterdamse poptempel Paradiso vijftig jaar geleden werd gekraakt, huisden er al vrijzinnige geesten in het pand: het was een gebouw van samenkomst voor de Vrije Gemeente. OVT sprak met journalist en historicus Raymond van den Boogaard over De religieuze rebellen van de Vrije Gemeente, waarin hij de geschiedenis beschrijft van het gebouw dat in 1880 werd neergezet aan de Amsterdamse Weteringschans.

Video niet beschikbaar

Zó vrijzinnig waren de leden van de Vrije Gemeente dat zelfs de benaming 'kerk' taboe was. Liever spraken zijn van een 'gebouw van samenkomst'. "Men wees iedere vorm van wondergeloof en bovennatuurlijkheid af", aldus Van den Boogaard, "maar tegelijkertijd vond men dat het wel heel belangrijk was dat de mens gelovig was."

Inspiratie uit Goethe en Shakespeare

Het geloof was volgens de Vrijzinnigen een essentieel onderdeel van het bestaan, maar iedereen mocht zelf uitzoeken hoe hij het geloof wilde beleven. Inspiratie voor die religieuze beleving kon overal vandaan komen: uit de bijbel, het boeddhisme, de boeken van Goethe, Shakespeare of een mooi schilderij.

Strijd op leven en dood met de orthodoxen

De vrijzinnigen hadden een afkeer van de 'bovennatuurlijke' verhalen in de bijbel en waren grote voorstander van het omarmen van invloeden van buitenaf. De afsplitsing van de nationale Nederlands Hervormde Kerk ging echter niet zonder slag of stoot. De orthodoxen onder leiding van Abraham Kuijper verstoorden diensten van de 'moderne dominees' of voorkwamen dat het koor kon optreden op de tribune.

'Achterlijk wondergeloof'

Twee dominees hadden er zo genoeg van, dat ze besloten hun eigen gebedsomgeving op te richten. Godsdienst moest ook genieten zijn en daar hoorde een mooi gebouw bij. Met gebrandschilderde ramen met afbeeldingen van Goethe en Schiller. Zonder kansel, maar met een spreekgestoelte op de plek waar nu het muziekpodium van Paradiso is. Pinksteren en Hemelvaart werden afgeschaft als 'achterlijk wondergeloof', maar Hervormingsdag (de dag waarop Maarten Luther wordt herdacht) werd wel gevierd.

Orthodoxe 'vrijheid, blijheid'

Het nieuwe geloof was een uiting van het vooruitgangsgeloof waar de hele maatschappij in die jaren van doordrongen was. "Dan kan de godsdienst niet achterblijven", aldus Van den Bogaard. Maar volgens journalist John Jansen van Galen, die ook deelneemt aan het gesprek, waren de vrijzinnigen in hun vooruitgangsdenken misschien wel net zo orthodox als de gereformeerden. Het was niet bepaald een sfeer van 'vrijheid, blijheid': "Ik ben een beetje in die kring opgevoed. Dan had je niet god als morele autoriteit bóven je, maar god leefde in je hartje. En je geweten moest je voorschrijven hoe te leven. Dat was eigenlijk niet minder belastend."

Stelletje oude zeuren

Op 2 mei 1880 werd het pand van de Vrije Gemeente aan de Weteringschans geopend, maar daarna ging het al vrij snel bergafwaarts met de nieuwe geloofsrichting. Nieuwe avant-gardistische bewegingen kwamen op: de moderne arbeidersbeweging, de Tachtigers en de theosofen. Van den Boogaard: "Op alle terreinen bubbelt en kookt het in de Nederlandse samenleving. En dan zie je dat die avant-garde van 1877 eigenlijk binnen twintig jaar een zooitje oude zeuren zijn." Na 1902 verliezen ze meer en meer invloed.

Paradiso gekraakt

In 1965 is het echt afgelopen en wordt het pand aan de Weteringschans verkocht. Vervolgens wordt het gekraakt en ontwikkelt het gebouw zich tot dé poptempel van Nederland, waar vrijwel alle grote artiesten hebben gestaan. Deze geschiedenis is terug te luisteren in de speciale podcastserie over 50 jaar Paradiso van de VPRO.

Paradiso: van Gods-tempel tot poptempel

Ster advertentie
Ster advertentie