Binnenland
KRO-NCRV

Berichtgeving rondom Thijs H: 'We kunnen over vijf jaar toch wel uitvinden wat zijn achternaam was'

foto: ANPfoto: ANP
  1. Nieuwschevron right
  2. Berichtgeving rondom Thijs H: 'We kunnen over vijf jaar toch wel uitvinden wat zijn achternaam was'

De volledige naam van moordverdachte Thijs H. uit Den Haag circuleerde afgelopen woensdag in alle media- en onlinekanalen. Ook werd hij herkenbaar in beeld gebracht. Dit allemaal om hem zo snel mogelijk op te sporen. Nadat hij was opgepakt hebben pers en politie hem weer geanonimiseerd. Zijn achternaam werd niet meer volledig vermeld en hij werd weer ‘Thijs H.’ genoemd.

Video niet beschikbaar

In Spraakmakers spraken Nu.nl hoofdredacteur Gert-Jaap Hoekman en chef parlementaire redactie van de Telegraaf Wouter de Winther over een bekend dilemma voor journalisten: meewerken aan de opsporing van de politie door de volledige naam van een verdacht persoon te noemen.

Privacy vs opsporing

Een verdachte die nog niet voor de rechter is verschenen of bekentenis heeft afgelegd, is in ons land onschuldig tot het tegendeel is bewezen en heeft recht op privacy. Maar soms weegt het maatschappelijk belang van opsporing te zwaar en verspreidt de politie de volledige naam van iemand in de hoop hem snel op te kunnen pakken.

Op Nu.nl was de verdachte niet geanonimiseerd in beeld. Gert-Jaap Hoekman: "Politie brengt vaker de volledige naam en foto naar buiten als ze iemand zoeken. Ons beleid is om daar in principe niet aan mee te doen. Als journalistiek medium moet je altijd je eigen keuzes maken. Eerst schrijf je Thijs H. en dan ga je bepalen hoe weegt het belang op privacy tegen opsporing. We maken de afweging of er acuut gevaar of groot maatschappelijk belang is. In dit geval vonden we dat dat wel zo was".

Michael P.

Volgens De Winther pakt de Telegraaf het ook zo aan. "Het gaat om het opsporingsbelang. Op het moment dat er acuut gevaar dreigt is het logisch dat je alles uit de kast haalt. Er was nu echt wel sprake van levensgevaar." Ook vind hij het een ouderwets idee dat de achternaam van een verdachte na intrekking niet te achterhalen zou zijn. "Vanwege de digitale ontwikkeling zijn en blijven vele dingen vindbaar en kun je over vijf jaar nog wel uitvinden wat zijn achternaam was."

Ook plaatst De Winther een kanttekening bij het argument dat de privacy van verdachten het belangrijkste zou zijn. Hij noemt daarbij het voorbeeld van Michael P. "Je moet er ook voorzichtig mee zijn want je weet het allemaal niet zeker, maar kijk wat privacy overwegingen hebben opgeleverd bij Michael P. en de moordzaak van Anne Faber. Juist die privacy overweging speelden een rol: cruciale informatie is niet gedeeld."

Het Mediaforum met Gert-Jaap Hoekman en Wouter de Winther

Ster advertentie
Ster advertentie